Openbaring 5

Beginnende met het vorige hoofdstuk zijn we begonnen met een moeilijker gedeelte van dit boek van Openbaringen. We zien met ingang van hoofdstuk 4 dat er een taal gebruikt word die niet altijd helemaal duidelijk is.

We moeten niet vergeten dat we iemands anders zijn post lezen en dat deze brief gedateerd is ongeveer A.D 60.Dus wij moeten ons als het ware instellen in die tijd om te begrijpen waarover gesproken word.

Sommige elementen waarover gesproken word, hun symboliek word uitgelegd in de context of in de bredere context en andere elementen worden ons niet gegeven om te precies te weten.

Maar laten we in dit alles niet vergeten dat Johannes had gezegd in hoofdstuk 1 dat de brief dingen betrof “die haast geschieden moeten”, in hoofstuk 17 vers 8 lezen wij “en het zijn ook zeven koningen; de vijf zijn gevallen, en de een is, en de ander is nog niet gekomen, en wanneer hij zal gekomen zijn, moet hij een weinig tijds blijven”.

De dingen die beschreven worden in Openbaringen zijn al geschied, het betreft gebeurtenissen die al vervuld zijn. Natuurlijk is dit met uitzondering van wat beschreven word in de laatste 2 hoofdstukken.

Ondanks dat wij niet alles kunnen begrijpen van al de symbolische spraakgebruik is er ook voor ons de boodschap dat wij kunnen overwinnen door het Lam. In die zin ligt er een duidelijke boodschap in dit boek. Iedereen kan overwinnen door het Lam, moeilijke tijden zullen komen, donkere dagen zullen komen, de dood kan komen vanwege het geloof maar met God en Christus aan onze zijde kunnen wij de overwinning behalen. 

Hier in hoofdstuk 5 zien wij een beeld van “het Lam dat geslacht werd van de grondlegging der wereld”. Tot Hem de eer tot in eeuwigheid voor Zijn heil aan ons gegeven.

Opb 5:1            En ik zag in de rechter hand Desgenen, Die op den troon zat, een boek, geschreven van binnen en van buiten, verzegeld met zeven zegelen.

Degene die op de troon zit is de Vader die al geintroduceert en geindentificeerd is in het vorige hoofdstuk. (vers 8, 11) Hij heeft een boek in Zijn rechterhand. De rechterhand is altijd de hand van kracht.

Het boek was een boek beschreven van binnen en van buiten. Hieruit blijkt dat dit boek een rol is geweest aan weerszijden beschreven, gelijk de ouden veel plachten te gebruiken. Zie een voorbeeld Ps. 40:8; Zach. 5:1; 

Opb 5:2            En ik zag een sterken engel, uitroepende met een grote stem: Wie is waardig het boek te openen, en zijn zegelen open te breken?

Dit is de enigste plaats in de Bijbel waar een engel een “sterke engel” genoemd word.

Opb 5:3            En niemand in den hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde, kon het boek openen, noch hetzelve in zien.

Opb 5:4            En ik weende zeer, dat niemand waardig gevonden was, om dat boek te openen, en te lezen, noch hetzelve in te zien.

Er was niemand die dit boek kon openen en dat bedroefde Johannes. 

Niemand in de hemel: Al de engelen die altijd rond God’s troon zijn, die in Zijn aanwezigheid waren, noch konden zij het boek openen.
Niemand op de aarde: Geen van de wijze der aarde werd groot en goed genoeg gevonden dit te openen.
Niemand onder de aarde: Van alle doden, van alle gevallen engelen was er niemand die het boek konden openen.

Opb 5:5            En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken.

De leeuw uit den stam Juda:
Zo wordt Christus genoemd uit de zegening van Juda in het testament van Jakob, Gen. 49:9, en dat vanwege zijn koninklijke en overwinnende kracht over den duivel, wereld, zonde en dood.

Een leeuw word vaak geassocieerd met koning en kracht. Dat is de grote Jezus, Hij is koning nu op de troon, Hij regeert. (1 Kor. 15:24; Efeze 1:20-23; Koll. 1:13)

De wortel Davids:
Gelijk ook hierna Openb. 22:16; en Christus wordt zo genoemd omdat Hij uit den zade Davids, als een wortel die uitspruit, voortgekomen is, en onder dezen naam ook beloofd wordt; Jes. 53:2.

In Handelingen 15 word gezegd in vers 15 en 16: “En hiermede stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven is: Na dezen zal Ik wederkeren, en weder opbouwen de tabernakel van David, die vervallen is, en hetgeen daarvan verbroken is, weder opbouwen, en Ik zal denzelven weder oprichten”.

De vervallen hut van David was wederopgebouwd, het huis van David was weer gerestaureerd.
Zie ook de connectie hier tussen 2 Sam. 7: 12-14 en Handelingen 2: 29-31 

Heeft overwonnen:
Hier vinden we dus dat Jezus degene is die de boekrol mocht openen. Hij is de enige, niemand in den hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde, kon het boek openen dan Hij alleen.

Hij had overwonnen deze wereld, Jezus heeft voor deze wereld geleden en het leven gegeven.

Opb 5:6            En ik zag, en ziet, in het midden van den troon, en van de vier dieren, en in het midden van de ouderlingen, een Lam, staande als geslacht, hebbende zeven hoornen, en zeven ogen; dewelke zijn de zeven geesten Gods, die uitgezonden zijn in alle landen.

Nu komt dit Lam ook ten tonele. Zo wordt Christus hier afgebeeld omdat het paaslam en andere lammeren, die voor de zonde dagelijks geofferd werden, Exod. 29:38, schaduwen van Christus waren, gelijk Hij ook zo genoemd wordt Jes. 53:7. Zie ook Joh. 1:29.

Wij weten dat de Messiaanse beloften in het Oude Testament twee elementen hadden. Enerzijds van een lijdend Lam (Jes. 53) en anderzijds van een koninklijke regerende Messias (2 Sam. 7:12,16) 

Hier word ook voor het eerst over de hoornen gesproken, hoornen zijn teken een van kracht. 
(Deut. 33:7; 1 Sam. 2:10; 2 Kron. 18:10) Jezus had complete kracht, Hij was dit gegeven door de Vader. (Mattheus 28:18) 

Zeven ogen:
De zeven ogen staan voor compleet zicht, Jezus wist alles. Als we terugdenken aan de zeven gemeenten komt dit principe ook naar voren. (Hebr. 4:13) 

Opb 5:7            En Het kwam, en heeft het boek genomen uit de rechter hand Desgenen, Die op den troon zat.

Hij (Jezus) heeft het boek genomen. Hij mocht het openen.

Opb 5:8            En als Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen voor het Lam neder, hebbende elk citeren en gouden fiolen, zijnde vol reukwerks, welke zijn de gebeden der heiligen.

Opb 5:9            En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegelen te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie;

Opb 5:10            En Gij hebt ons onzen God gemaakt tot koningen en priesteren; en wij zullen als koningen heersen op de aarde.

Merk hier op:
1. Het voorwerp van hun aanbidding: Het Lam.
2. Hun houding: Zij vielen voor Hem neder.
3. De instrumenten: Citers en gouden violen.
4. Het onderwerp van hun gezang: Geëvenredigd aan den nieuwen toestand.

Het Lam kreeg al de lof. Jezus had hen gekocht (Joh. 3:16, Rom. 3: 21-28, 2 Tim. 1:8-10) en hen gemaakt een koninklijk priesterschap (Koll. 1:13, 1 Petrus 2:9-10) 

Door Christus zijn wij gemaakt een koningschap om met Hem te heersen. In Efeze 2:5 leren wij dat wij met Hem zitten in de Hemelse gewesten. (Rom. 5:17) 

Het koninkrijk heeft in de Bijbel altijd twee elementen.

Het éne element is het huidige konigschap met Hem zoals hierboven besproken, het tweede element is wat er hierna komt in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Die namelijk dan wezen zal wanneer zij met Christus in Zijn laatste komst zullen zitten op tronen, en de wereld, ook de engelen zelf oordelen, Matth. 19:28; Luk. 22:30; 1 Cor. 6:3, en wanneer de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zal zijn, in welke de rechtvaardigheid zal wonen; 2 Petr. 3:13. Zie ook Matth. 5:5 en Galaten 5:21.

Opb 5:11            En ik zag, en ik hoorde een stem veler engelen rondom den troon, en de dieren, en de ouderlingen; en hun getal was tien duizendmaal tien duizenden, en duizendmaal duizenden;

tien duizendmaal tien duizenden, en duizendmaal duizenden:
Dit is een Griekse uitdrukking die gebruikt word om een onmogelijk te tellen groep aan te duiden.

In het Grieks: Murias. Dit woord correspondeerd aan het Nederlandse woord “myriade” wat menigte betekend.
Zie hiervoor ook Dan. 7:10; Psalm 68:18; Hebr. 12:22.


Opb 5:12            Zeggende met een grote stem: Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging.

Het Lam ontving een zevenvoudig eerbetoon.
1. De kracht: Grieks “Dunamis”, Jezus heeft de kracht, in de schepping, in Zijn koningschap verheven boven alle namen die genoemd worden in hemel en op aarde, Filipp. 2:9; dit moet verstaan worden van de erkentenis van al deze eigenschappen onder alle schepselen, gelijk hierna wordt uitgedrukt.

2. Rijkdom: Grieks “Ploutos”, Rijkdom in de volheid van de schepping en Zijn Godheid. (Koll. 1:16,17; 2:9) en Hij kan deze rijkdom geven aan Zijn volgelingen. (Joh. 10:10)

3. Wijsheid: Grieks “Sophia”, Inzicht en alle wijsheid, Hij als de mensgeworden Jezus weet alles. (Kol. 2:3)

4. Sterkte: Grieks “Ishus”, Sterkte waar “de kracht” word uitgevoerd. Christus heeft alle macht in
Hemel en op de aarde. (Mattheus 28:18-20)

5. Eer: Grieks “time”, Omdat Hij voor deze wereld heil heeft gewrocht, omdat Hij het geslachte Lam is, omdat Hij degene is die ons leven geeft, omdat Hij de Vader heeft geeërd door Zijn wil te vervullen komt Hem alle eer toe.

6. Heerlijkheid: Grieks “Doxa” Ook tot Hem alle glorie, voor al dat Hij gedaan heeft voor deze wereld die verloren was in zonde en schuld. Hij is de heerlijkheid God’s. (1 Tim. 6:16) 

7. Dankzegging: Grieks “Eulogia”, Tot Hem gaat uit alle dankzegging voor Zijn offer aan deze wereld.

Opb 5:13            En alle schepsel, dat in den hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en die in de zee zijn, en alles, wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid.

Opb 5:14            En de vier dieren zeiden: Amen. En de vier en twintig ouderlingen vielen neder, en aanbaden Dengene, Die leeft in alle eeuwigheid.

Ook hier weer de woorden van lof, eer en prijs aan de eeuwige de enige die leven kan geven tot in eeuwigheid. Voor Hem is de eer voor de zaligheid in Christus door genade aan Zijn kinderen gegeven.

Dit is het grootste wat God ons heeft gegeven, dat wij door Christus weer tot Hem mogen komen, dat we door genade onze klederen hebben mogen wassen in Zijn bloed. Zijn bloed gestort van voor de grondlegging der wereld.
In het vorige hoofdstuk hebben we gezien de Vader op de troon en hoe Hij geeërd werd voor Zijn liefde, Zijn almachtigheid en Zijn heiligheid.

In dit hoofdstuk zien we het Lam dat overwonnen heeft.

Copyright © 2019 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by BinR
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX

 

Naar boven